Is er een verband tussen borstprothesen en borstkanker ?
Dit verband is nog nooit duidelijk aangetoond, en het tegenovergestelde is waar, omdat vrouwen met borstprothesen beter gevolgd worden, en dus wordt kanker dikwijls vroeger opgespoord.
Bij voorkeur worden de prothesen onder de spier geplaatst, aangezien een radiologisch onderzoek dan makkelijker is later, voor het opsporen of screening van kanker. De X-stralen gaan dan minder interfereren met de prothese, als deze onder de spier zit. Immers , zowel een watergevulde als siliconeprothese zijn ondoorlaatbaar voor X-stralen (radio-opaak) , en daarom is het beter dat de prothesen zoveel mogelijk uit de weg zitten. Niettegenstaande de goede detectiemethoden, zijn tegenwoordig nog meer dan 10 % van de borstkankers onzichtbaar voor de X-stralen, en daarom worden de meeste borstkankers nog steeds opgespoord via zelf-onderzoek.
Wanneer opnames worden genomen, dient de radioloog wel verwittigd te worden dat er een prothese is, en op dat ogenblik zullen extra verplaatsingsopnames volgens Eklund worden genomen. Deze 2 extra opnames zijn door Dr Eklund in 1988 beschreven.
Volgens de FDA moeten er echter ook MRI opnames voorzien worden vanaf 3 jaar na de implantatie , om ruptuur uit te sluiten, met vanaf dan een jaarlijkse MRI.
Er is wel een mogelijk verband gevonden tussen ALCL (anaplastic large cell lymphoma) , een zeldzaam type van Non-Hodgkin lymphoma. Dit is geen kanker van het borstweefsel zelf, maar in deze gevallen presenteert zich dat al een knobbel dicht bij de prothese.Wereldwijd zijn er ongeveer 60 gevallen bekend op de 5 – 10 miljoen vrouwen die tot nu toe een prothese hebben gehad.
Duurzaamheid – levensduur- slijtage- prothese – borst
Hoe lang blijven de prothesen goed, of hoe snel verslijten ze?
Uiteraard kunnen ook prothesen verslijten, net zoals alle andere produkten door de mens gemaakt. De prothesen zijn zeer weerstandig tegen druk, maar toch vatbaar voor slijtage op termijn. Dit betekent dat de buitenste kapsel van de prothese tenslotte dunner wordt en kan breken.
De gemiddelde duur waarop dit plaatsvindt is waarschijnlijk 20 jaar, maar is beduidend minder voor watergevulde .
Om de toestand van uw prothesen na te gaan, is het nuttig om uw specialist eenmaal per jaar te raadplegen vanaf ongeveer 10 jaar na uw operatie. Indien een ruptuur van uw prothese wordt vermoedt , dan kunnen bijkomende onderzoeken ( Echografie en MRI) dit aantonen, en een prothesewissel dient te worden uitgevoerd.
Sommige firma’s bieden een levenslange garantie op de prothesen, maar de ligdagprijs en de kosten van de anesthesist, evenals een (klein) honorarium voor de chirurg vallen dan meestal ten laste van de patiënt.